'Van de koude grond' is een uitdrukking die oorspronkelijk verwijst naar de aarde waar gewassen groeiden, gewoon buiten, niet in de (warme) kas. De koude grond heeft een klank gekregen van 'amateurs', het betreft visies of arbeid zonder enige deskundigheid.
Zo kan een kapper levenslessen prediken, bijvoorbeeld 'Als je meer krullen hebt zit je beter in je vel', en dit soort onbewezen aannames kunnen we dan psychologie van de koude grond noemen. De eerste die ooit beschuldigd werd ervan was schrijver Harry Mulisch, in een recensie in de Telegraaf van een van zijn boeken dat zou druipen van 'zelfingenomenheid, pseudofilosofie en psychologie van de koude grond.'
Je zou kunnen betwisten of de gewassen buiten de kas niet op de een of andere manier net zo goed of beter groeien dan in de kas. Het is natuurlijker, zonder sproeisystemen, met echte zon, lagen van natuurlijke compost van beestjes en andere gewassen, zonder bestrijdingsmiddelen, zoals een Japanse boer Masanobu Fukuoka betoogt in zijn boek dat de basis vormt voor de eco-beweging van de permacultuur. Maar los van een eerlijke tuinbouw-vergelijking, wat niet mijn beoogde doel is hier, was deze vorm van gewassen groeien/psychologie simpelweg eerst. Alles wat er vervolgens ín de kas gebeurt, of in de academische structuren van geïnstitutionaliseerde wetenschap, geoormerkt met doctortitels en onder invloed van politieke agenda's van competitie en geldstroom, heeft weliswaar een kwalitatieve selectie ondergaan en volgt een wetenschappelijke methode, maar de kern, het kijken naar de psyche en het ontdekken van structuren in onze persoonlijkheden dat kan in principe iedereen. Ook buiten de kas.
Daarom noem ik mijn filosofische reflecties op de psyche maar psychologie van de koude grond. Ik ben niet geschoold als psycholoog. Mijn studie was de wijsbegeerte, dus ik heb geleerd wijsheid te zoeken en kritisch de waarheid te onderzoeken. Maar ik was binnen de filosofie, net als psychologen, altijd geïnteresseerd in de geest. Filosofisch gezien (hoe kan een bewustzijn uit hersencellen ontstaan?), maar ook de patronen ín die geest vond ik boeiend. Mensen zijn niet 100% uniek, maar onze mentale ervaringen zijn gegoten in de mal (een brein), die zich logisch volgens bepaalde regels ontwikkeld heeft. Zo kun je bepaalde kaders toepassen om al onze ervaringen in 'hokjes' te stoppen, bijvoorbeeld die van een aantal emoties. Primaire en secundaire. Bijvoorbeeld het onderscheid gedachten en emoties. Een ander voorbeeld van een kader vormen de persoonlijkheidsstoornissen die in de DSM5 (handboek voor psychologen) worden omschreven. Bovendien is het idee dat een gebeurtenis in het verleden een last in het heden kan veroorzaken ook een kader, een manier om te duiden wat er gebeurt en een handvat om hier eventueel iets aan te doen en iemands welzijn te verbeteren. Het scheppen van deze kaders is wat (klinisch) psychologen doen en therapeuten passen deze kaders toe in de benadering van hun cliënten.
Als ik met filosofische interesse de psyche van allerlei individuen onderzoek, dan probeer ik ook een mogelijk kader te ontrafelen. In de afgelopen jaren heb ik veel mensen gesproken over hun worstelingen, problemen, trauma's en ontwikkelingen.
Wat ik zelf een nuttig kader vind, is het idee van de negatieve overtuigingen die ons in de weg zitten om je ontspannen te verhouden tot de wereld om je heen.
Net als de Stoïcijnen geloof ik dat je goed naar je eigen gedachten kunt kijken omdat die je ervaringen inkleuren. Het is niet de wereld maar onze gedachten erover die ons pijn doen. We lijden meer in onze fantasie dan aan de realiteit.
Het is niks nieuws om dit zo te beweren, maar het is wel soms moeilijk te accepteren. Of het nu ook zo ver gaat als het accepteren van kanker, oorlog en andere groot leed, zoals hedendaagse Byron Katie wél beweert, laat ik graag hier even in het midden. Het is vooral relevant voor het leven van alledag. Zijn er bij jou persoonlijk negatieve overtuigingen die je met je meedraagt en die als je er goed naar kijkt op dit moment niet feitelijk juist zijn? Overtuigingen die je verhinderen om gelukkig te zijn?
Deze overtuigingen vind ik zelf nuttig om te onderscheiden:
Ik moet presteren (perfectionisme)
Ik kan geen nee zeggen (pleasers) (Phoebe)
Ik moet nuttig zijn versus mogen ontspannen (bezige bij).
Ik mag niet boos zijn (grenzeloos)
Ik moet de controle houden (angst voor existentiële chaos)
Ik moet me klein houden (want wie wil mij nou zien?)
Ik mag niet klagen (of wel?)
Ik kan het niet (onzekerheid)
Ik kan niet ontspannen, er is iets aan de hand (kleine ophopingen stress)
Passie = liefde ('love the way it hurts')
Ik heb geen emoties (de robot)
Ik mag niet kwetsbaar zijn (de soldaat)
Ik moet sterk zijn (Luisa van Encanto)
Ik moet hem helpen (zijn verborgen potentie zien - Vaiana)
Pijn = passie = liefde (Love the way it hurts)
Ik zal deze lijst aanvullen en de links verwijzen naar posts over de specifieke overtuigingen. Mijn vermoeden is dat bij de meeste iets erónder zit: het gevoel 'ik ben waardeloos'. Je gelooft dit, bijvoorbeeld 'ik moet nuttig zijn', en erachter zit nog het staartje: als je niet bewijst dat je inderdaad nuttig bent ben je waardeloos.
Alle psychologische posts op een rij vind je hier.
Hoe dit precies zit zal ik nog nader uitpluizen: hoe ons ego gewend is dit te geloven en hoe onze zelfliefde afhankelijk is gemaakt van deze voorwaarde. En wat zelfliefde dan eigenlijk is, daar kom ik ook nog eens op terug.
Comments